Partijstandpunten VLAAMS BELANG

Armoedebeleid

  • een drastische verhoging van de nettolonen door een fiscale hervorming, om de armoedeval weg te werken; 
  • een verhoging en correcte indexering van de minimumpensioenen naar 1.799 euro bruto per maand;
  • een verhoging van de uitkeringen tot de armoedegrens;
  • een aparte sociale zekerheid voor immigranten, naar Deens model: enkel wie acht jaar in dit land verblijft, minstens drie jaar gewerkt en bijgedragen heeft en voldoende kennis van het Nederlands heeft, krijgt toegang tot onze sociale zekerheid; 
  • de sociale tarieven (bijvoorbeeld voor energie) niet uitsluitend toekennen op basis van statuut, maar ook op basis van inkomen; 
  • een taalverplichting voor sociale zekerheids-uitkeringen en sociale woningen; 
  • een betaalbaar en toereikend aanbod voor sociale voorzieningen en publieke diensten die noodzakelijk zijn om deel te kunnen nemen aan de samenleving (bijvoorbeeld openbaar vervoer, kinderopvang, begeleiding via OCMW); 
  • de automatische toekenning van premies en tegemoetkomingen indien aan de voorwaarden voldaan is; 
  • de combinatie van persoonlijke begeleiding bij uitkeringen zoals het leefloon, om risico op werkloosheids- of inactiviteitsval te verminderen; 
  • de afschaffing van draconische milieunormen die onbetaalbaar en onhaalbaar zijn (bijvoorbeeld renovatieverplichting of lage-emissiezones). 

Onderwijs

  • een uniform taalintegratietraject (‘taalbadklas- sen’) van één schooljaar voor anderstalige nieuwkomers, met een vast programma dat zich exclusief toelegt op de beheersing van de kennis en beheersing van de Nederlandse taal met een bindende eindtest; 
  • de invoering van bindende taaltesten in de derde kleuterklas. Na de bestaande initiële Koala-screening, moet er in mei ook een echte taal-test komen; 
  • het Nederlands als exclusieve communicatietaal in de klas, op de speelplaats en in de omgang met de ouders; 
  • de uitbreiding van de zomerscholen, al dan niet verplicht door een beslissing van de klassenraad; 
  • de inzet van volwassen inburgeraars als vrijwilligers in de zomerscholen om niet-onderwijstaken uit te voeren; door een samenwerking tussen zomerscholen en inburgeringstrajecten krijgen de inburgeraars de kans het Nederlands te oefenen; 
  • een vermindering van de administratieve lasten en bureaucratische procedures voor leerkrachten; 
  • de invoering van een vak ‘burgerschap’ waarbij de kennis van en het respect voor onze Europese waarden en normen centraal staan, als onderdeel van de eindtermen van het lager en secundair onderwijs; 
  • de promotie van het technisch en beroepsonderwijs, door campagnes en investeringen in nieuwe, aantrekkelijke infrastructuur; 
  • de bevordering van het duaal leren met voldoende gemotiveerde leerlingenbegeleiders in duaal leren, die van een bedrijf de over- stap naar het onderwijs kunnen maken met behoud van anciënniteit; 
  • een efficiënte en snellere terugvordering van de schooltoeslag bij spijbelgedrag; 
  • de blijvende promotie van de STEM-richtingen, door doelgerichte campagnes en investerin- gen; 
  • de oprichting van doorgroei-scholen om bovengemiddelde talenten volledig tot hun recht te laten komen; 
  • de integratie van nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie, in het lessen- pakket; 
  • betere en efficiëntere investeringen in schoolgebouwen; 
  • de invoering van een maximumfactuur in het secundair onderwijs, al naargelang de studierichting; 
  • de invoering van een variabele schooltoeslag voor leerlingen van het secundair      onderwijs, al naargelang de variabele maximumfactuur; 
  • transparantere communicatie van de scholen over bijdragen voor optionele uitgaven die buiten de maximumfactuur vallen, tijdens het inschrijvingsgesprek, via een brochure of duidelijke vermelding op de schoolwebsite; 
  • de uitbetaling van de schooltoelage voor leerlingen in het kleuter-, basis- en secundair onderwijs in de vorm van onderwijskrediet of schoolsubsidies, zodat de schooltoelage ook effectief besteed wordt aan het bekostigen van studies; 
  • de invoering van een vijfjaarlijkse doorlichting van de schoolkosten voor kleuter-, basis- en secundair onderwijs; 
  • een verstandig gebruik van laptops, zodat ze financieel passen binnen het voorziene subsidiebudget en niet moeten worden bijgepast via de schoolfactuur en zodat ze pedagogisch geen obstakel vormen voor het lees- en schrijfvermogen van de leerlingen; 
  • een duidelijke keuze van scholen en leerkrachten tussen laptop of schoolboeken, zodat er geen duur dubbel gebruik is van digitale en papieren leermiddelen; 
  • de ontrading van de invulboeken. Invulboeken zijn niet alleen duur, maar staan ook de kwaliteit en het creatief proces van de les in de weg; 
  • de bijstelling van de SES-criteria, zodat die de werkelijke financiële nood binnen een gezin weergeven; 
  • de koppeling van de werkingsmiddelen van het onderwijs aan de levensduurte.

Sociale huisvesting

  • voorrang aan personen die over onze nationaliteit en over voldoende kennis van het Nederlands beschikken bij toewijzing van sociale woningen; 
  • een automatisch toekenning van de huurpremie vanaf de eerste dag dat een kandidaat op de wachtlijst komt; 
  • geen verhoging van de inkomensgrenzen in de sociale huisvesting, waardoor sociale huurders met een bescheiden inkomen uit arbeid geen sociale woning meer zouden kunnen huren; 
  • geen verhuur van sociale woningen aan onderdanen van landen die geen controle op de eigendomsvoorwaarde toelaten; 
  • systematische controle op bezit van buitenlandse eigendommen bij inschrijving en niet nadien bij vermoeden (via het gebruik van de e-governmentportalen van de landen van herkomst of via fiscale gegevens die nu reeds met de federale overheid uitgewisseld worden); 
  • een degelijke ondersteuning van sociale verhuurkantoren via promotie, premies en fiscale voordelen aan eigenaars; 
  • betere controles op de inschrijvingsvoorwaarden en toewijzingsvoorwaarden, alsook op mogelijke (sociale) fraude (taalkennis, bezit van eigendom, domiciliefraude …); 
  • de onmogelijkheid om opnieuw te kandideren voor een sociale woning voor huurders die door een vrederechter uitgezet worden voor vandalisme, verwaarlozing of overlast; 
  • kleinschalige sociale woonprojecten in plaats van grote sociale woonwijken (draagvlak bij de bevolking); 
  • de uitbouw van een beleid ‘wonen in eigen streek’, zodat gezinnen in de eigen gemeente of streek een betaalbare woning kunnen verwerven; 
  • een verstrengde lokale binding van minstens tien jaar met de gemeente; 
  • de Vlaamse aanpassingspremie ook mogelijk maken voor 65-plussers die sociaal huren om aanpassingswerken te doen in hun sociale woning, aangezien er momenteel een tekort is aan aangepaste sociale woningen.